Zoeken
Sluit dit zoekvak.
Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Aan al het goede komt een einde

Auteur:
Onbekend
  1. Inleiding

Schaderegelingskantoor voor Rechtsbijstandverzekering (SRK) voert al meer dan 50 jaar de rechtsbijstandverzekering uit voor een aantal verzekeraars. Denk hierbij onder andere aan NN, Aegon en De Goudse. Deze verzekeraars zijn via een complexe constructie (hierover meer in paragraaf 2) eigenaar van SRK. De constructie houdt in dat de verzekeraars verzoeken van verzekerden doorschuiven naar SRK. SRK handelt deze verzoeken op haar beurt volledig af. Deze samenwerking wankelt thans hevig.[1] De afgelopen jaren zijn er meerdere conflicten opgelaaid tussen SRK en de eerdergenoemde verzekeraars. Op 3 oktober 2018 heeft SRK de Ondernemingskamer verzocht een onderzoek te gelasten naar het beleid en de gang van zaken bij SRK via een enquêteprocedure.[2]

In deze update ga ik eerst in op de eigendomsconstructie tussen SRK en de verzekeraars. Vervolgens schets ik kort de context van het opgelaaide conflict. Tot slot ga ik in op de procedure bij de Ondernemingskamer waarin ik de standpunten van SRK en NN uiteenzet en het oordeel van de Ondernemingskamer kort samenvat.

 

  1. Constructie SRK

SRK drijft een onderneming die zich richt op het verlenen van juridische bijstand aan verzekerden van de bij haar aangesloten verzekeringsinstellingen. Deze instellingen zijn lid van de Vereniging Groep Rechtsbijstandverzekering (Vereniging). Het lidmaatschapsvereiste is dat de verzekeringsinstellingen de schadeafhandeling van claims uit hun rechtsbijstandverzekering overdragen aan SRK. Deelname aan SRK en lidmaatschap van de Vereniging zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.[3]

De deelnemers betalen een jaarlijkse bijdrage aan SRK. 70 procent van de omzet vloeit voort uit het lidmaatschap van NN en 20 procent uit het lidmaatschap van Aegon. De overige 10 procent vloeit voort uit de samenwerking met de drie andere deelnemers (De Goudse, De Vereende en Juwon).

 

  1. Ontstaan conflict

SRK was voornemens rechtshulp te verlenen aan onverzekerden. Hoewel dit NN niet helemaal lekker zat, is er in juni 2017 een principe-akkoord getekend tussen SRK, NN, Aegon en De Goudse. Dit akkoord hield in dat NN, Aegon en De Goudse alle drie voor een derde deel aandeelhouder zouden worden van de nieuw te vormen SRK-entiteit (een NV). SRK beoogde te profiteren van de btw-koepelvrijstelling. Deze plannen kwamen tot een eind door een arrest van het HvJ EU die een dergelijke entiteit fiscaal onaantrekkelijk maakte.[4]

Door het arrest werden de diensten van SRK N.V. 21 procent duurder. Een onacceptabele prijsstijging voor NN. Het principe-akkoord bleef daarom ook bij een principeakkoord en werd geen definitief akkoord. In de tussentijd nam NN Delta Lloyd over. Delta Lloyd heeft banden met rechtsbijstandsverzekeraars DAS en ARAG. Op 22 mei jongstleden heeft NN haar lidmaatschap bij de Vereniging opgezegd.[5] Hiermee raakte SRK 70 procent van de omzet in één klap kwijt.[6]

SRK greep als laatste redmiddel terug naar de bijbel van elke bedrijfsjurist; de statuten. De statuten bepalen dat de vertrekkende partij het eerste jaar 60 procent van de bijdrage die een deelnemer betaald heeft over het laatste jaar moet vergoeden. Het tweede jaar na uittreding ligt dit percentage op 30 procent. NN  zag dit niet zitten. Partijen hebben vervolgens met elkaar aan tafel gezeten. Zij kwamen nagenoeg tot een akkoord. Op 28 september 2018 zou de overeenkomst getekend worden. Op die dag zegde Aegon echter haar lidmaatschap bij de Vereniging op.[7] Hiermee stak Aegon een stokje voor de overeenkomst tussen SRK en NN. Volgens NN leidde dit tot het ontstaan van een situatie die noopt tot nader overleg. Aegon en NN stelden voor dat SRK in zijn geheel door de concurrent (ARAG of DAS) overgenomen kon worden.

 

  1. Procedure Ondernemingskamer

4.1 Standpunt SRK

SRK heeft de Ondernemingskamer verzocht een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken bij haarzelf. SRK beschikt niet over een eigen vermogen zoals het gros van ondernemingen doet. SRK is wel belast met een aantal structurele vaste lasten zoals arbeids- en huurkosten. Dit is een groot risico. Wanneer een van de deelnemers in SRK wegvalt, valt daarmee een deel van de geldstromen richting SRK weg. Om dit gevaar weg te nemen heeft SRK besloten haar vennootschappelijke en strategische structuur te herbezinnen. Deze herbezinningen hebben vorm gekregen in de projecten King (2012 – 2016) en Kairos (sedert 2016). De kern van deze projecten hield in dat SRK zich ook zou richten op het verlenen van rechtshulp aan onverzekerden. In 2018 heeft NN de Vereniging te kennen gegeven haar lidmaatschap van de Vereniging op te zeggen. Daarnaast heeft NN SRK bericht dat zij niet verder aan project Kairos zullen meewerken. Als gevolg hiervan raakt SRK 70 procent van haar omzet kwijt. SRK beschikt niet over een financiële buffer om dit omzetverlies op te vangen.

SRK stelt dat er gegronde redenen zijn om aan een juiste gang van zaken van SRK te twijfelen, en wel om de volgende redenen. De opzegging brengt de continuïteit van SRK in gevaar en zaait onrust onder de overige deelnemers. Daarnaast is het handelen van NN in strijd met de redelijkheid en billijkheid (artikel 2:8 BW).

 

4.2 Standpunt NN

NN heeft verweer gevoerd tegen de aangevoerde gronden van SRK. NN is voornemens te fuseren met Delta Lloyd Schadeverzekeringen. Als gevolg van deze fusie moet NN ter zake haar rechtsbijstandsportefeuille een keuze maken tussen SRK en DAS. Delta Lloyd werkt immers samen met DAS. NN stelt voorts dat de opzegging van het lidmaatschap in lijn is met de statuten van zowel SRK alsook de Vereniging. Bovendien heeft NN in de opzeggingsbrief SRK te kennen gegeven te streven naar een oplossing waarbij de belangen van de stakeholders worden meegewogen. Tot slot stelt NN dat zij in de algemene ledenvergadering slechts twee van de tien stemmen heeft. Daarom kan zij niet worden aangemerkt als pseudobestuurder.

 

4.3 Oordeel Ondernemingskamer

De Ondernemingskamer begint haar oordeel met de constatering dat er gegronde redenen zijn om aan een juiste gang van zaken bij SRK en de Vereniging te twijfelen.[8] Daartoe overweegt de Ondernemingskamer dat NN deel uitmaakt van de structuur van SRK en de Vereniging.

Ter zake de feitelijke machtspositie van NN overweegt de Ondernemingskamer dat deze wel degelijk bestaat. Dit blijkt onder andere uit de omstandigheid dat NN bij schrijven van 8 december 2017 het project Kairos eenzijdig on hold heeft gezet. Voorts overweegt de Ondernemingskamer dat van NN had mogen worden verwacht dat zij gezien hun positie binnen de structuur van SRK niet tot opzegging over zouden gaan zonder daarbij verantwoordelijkheid te nemen voor de gevolgen van de opzegging voor de werknemers van SRK, haar verzekereden en de overige stakeholders. De Ondernemingskamer overweegt vervolgens dat de uittreedingsvergoeding geen effectief middel is om de continuïteit van SRK te waarborgen. De Ondernemingskamer overweegt voorts dat twee maanden voor het einde van het lidmaatschap nog volledig onduidelijk was wat er zou gebeuren met de werknemers en de duizenden lopende dossiers. Dit vormt ook een gegronde reden om te twijfelen aan een juiste gang van zaken van SRK en de Vereniging.

De Ondernemingskamer constateert dat er gegronde redenen voor twijfel zijn die een onderzoek rechtvaardigen. Zij gelast een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken over de periode vanaf mei 2016 (moment dat project King door NN werd afgeblazen). De Ondernemingskamer treft voorts een aantal voorzieningen. Zij benoemt een tijdelijke commissaris in de raad van commissarissen van SRK, die tevens zal worden benoemd als bestuurder van de Vereniging. De gedachtegang achter de benoeming is dat de besprekingen tussen partijen over een regeling worden versneld zodat voor 1 januari 2019 een akkoord kan worden bereikt. Ten tweede schort de Ondernemingskamer de rechtsgevolgen van de opzeggingen op tot 1 juli 2019.

 

[1] ‘Hoe een verzekeringshuwelijk strandt voor de Ondernemingskamer’, Het Financieele Dagblad 25 oktober 2018.

[2] Hof Amsterdam 31 oktober 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3996.

[3] Hof Amsterdam 31 oktober 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3996, r.o. 4.4.

[4] HvJ EU 21 september 2017, ECLI:NL:EU:C:2017:718.

[5] https://www.telegraaf.nl/financieel/2696451/conflict-nn-en-aegon-met-rechtsbijstandstak, laatst geraadpleegd op 28 november 2018.

[6] https://www.srk.nl/nieuws/statement-srk-ten-aanzien-van-opzegging-nationale-nederlanden, laatst geraadpleegd op 28 november 2018.

[7] Hof Amsterdam 31 oktober 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3996, r.o. 2.29.

[8] Hof Amsterdam 31 oktober 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3996, r.o. 5.1.