1. Inleiding
Een toename in omzet van 12.328,7% in zes jaar.[1] Een uitbreiding van de activiteiten naar de Verenigde Staten.[2] Een samenwerkingsverband met een tech-reus zoals Netflix.[3] Altice NV (hierna: “Altice”) klinkt als een onderneming waar beleggers gelukkig zijn en hun investering zien renderen. Toch sieren koppen als “Altice hits a three-year low after broker downgrades”, “Plots staan er vraagtekens bij de Altice-methode” en “Dennis Okhuijsen moet vertrouwen beleggers in Altice terugwinnen” de laatste tijd de kranten.[4] Wat is er bij Altice gaande? Een korte schets van Altice en haar activiteiten bijt het spits in deze Update af. Hierna komen de structuur van Altice, de plaats van de dual class aandelenstructuur in ons rechtsstelsel en de invloed van Drahi op de benoeming van de leden van het bestuur aan bod. Een conclusie besluit deze Update.
2. Altice in een oogopslag
Altice is een onderneming met een notering aan de AEX in Amsterdam. De activiteiten bestaan uit het aanbieden van kabel- en telecomservices in voornamelijk Frankrijk en de Verenigde Staten.[5] Zoals in de inleiding beschreven, is Altice in de afgelopen jaren exponentieel gegroeid. Deze groei wordt voor het overgrote deel bekostigd met vreemd vermogen. Van de EUR 80.412,3 mio aan activa die Altice in 2016 volgens het jaarverslag in boeken had staan, bestond EUR 82,715.9 mio uit schuld en EUR -2.339,6 mio uit eigen vermogen. Een agressieve manier van financieren dus, die deels debet lijkt te zijn aan de zorgen die op dit moment heersen bij beleggers.[6]
Altice is het geesteskind van Patrick Drahi (hierna: “Drahi”). Tot op heden heeft Drahi zich altijd verzekerd van een stevige vinger in de pap bij Altice. De fusie die Altice in 2015 heeft ondergaan heeft de greep van Drahi op Altice verder verstevigd. De fusie is interessant omdat gebruik is gemaakt van de flexibiliteit die het Nederlandse vennootschapsrecht kent. Wat deze flexibiliteit in dit kader inhoudt en waarom deze flexibiliteit bestaat wordt hieronder duidelijk. Ook de recente benoeming van Drahi tot ‘president van het bestuur’ verzekert Drahi van invloed op Altice.[7] In deze bijdrage komt aan bod hoe deze benoeming vorm heeft gekregen.
3. De fusie en aandelenstructuur van Altice
3.1 De fusie
Op de bijzondere algemene vergadering van aandeelhouders van 6 september 2015 van Altice S.A.[8] is door de aandeelhouders besloten tot een fusie met New Athena BV. Altice S.A. is – als verdwijnende vennootschap – na de fusie opgehouden te bestaan. De vennootschap die door deze fusie is ontstaan is Altice NV.[9] Voor elk aandeel Altice S.A. ontvingen de aandeelhouders 3 aandelen A en 1 aandeel B in Altice NV.[10]
3.2 Aandelenstructuur
Na de fusie kent Altice een zogenaamde dual class share structure. In goed Nederlands laat dit zich vertalen tot een aandelenstructuur die is onderverdeeld in klassen. Uit art. 4 van de statuten van Altice (hierna: de “Statuten”) blijkt dat het maatschappelijk kapitaal van Altice in de volgende aandelen is verdeeld[11]:
Aantal | Nominale waarde | Stemmen in AVA | |
Aandeel A | 8.146.263.950 | EUR 0,01 | 1 |
Aandeel B | 300.000.000 | EUR 0,25 | 25 |
Preferent aandeel A[12] | 4.700.000.000 | EUR 0,04 | 4 |
Preferent aandeel B | 150.000.000 | EUR 0,01 |
Aan de aandelen is uiteenlopend stemrecht verbonden. Aan elk ‘gewoon’ aandeel dat ter beurze wordt verhandeld is één stemrecht verbonden: one share, one vote, waarover hieronder meer. De aandelen B, die overwegend worden gehouden door Next Alt S.à.r.l.[13] (hierna: “Next Alt”), een entiteit waarin Drahi een meerderheidsbelang houdt, zijn per aandeel goed voor maar liefst 25 stemmen. Aan de verschillende aandelen zijn ondanks het verschil in nominale waarde gelijke winstrechten verbonden.[14]
De aandelen A en B hebben een notering aan Euronext, met dien verstande dat het aantal verhandelde aandelen B vele malen lager is dan het aantal aandelen A.[15] De aandelen B kunnen worden geconverteerd in 25 aandelen A[16], het belopen van de omgekeerde weg is niet mogelijk. Interessant is voorts art. 14.2 van de statuten. In dit artikel is het volgende bepaald:
“Het conversieverzoek bevat ten minste een onherroepelijke en onvoorwaardelijke volmacht aan de vennootschap, met de macht van substitutie, voor de overdracht om niet van vierentwintig (24) van de geconverteerde gewone aandelen A, onbezwaard en onbelast, aan de vennootschap, welke overdracht gelijktijdig wordt geëffectueerd met de conversie van de (betreffende) gewone aandelen B of het gewone aandeel B in gewone aandelen A als bedoeld in het conversieverzoek.”
Gezien het grote verschil in de aantallen ter beurze verhandelde aandelen A en aandelen B is aannemelijk dat de meeste aandeelhouders die na de fusie een aandeel B in hun bezit hadden, dit aandeel inmiddels hebben geconverteerd in een aandeel A. Next Alt is niet tot conversie overgegaan, haar belang bestaat derhalve uit aandelen B.
Drahi, die circa 60,85% van het maatschappelijk kapitaal verschaft, is bij machte 63,89% van de stemmen in de algemene vergadering van Altice uit te brengen.[17] Aannemelijk is, dat hij door voornoemde call-optie op preferente aandelen A dit belang verder kan uitbouwen.[18]
Concluderend kan worden gesteld dat Drahi de macht in de algemene vergadering stevig in handen heeft. De duale structuur stelt hem daarnaast in staat om deze positie te handhaven in het geval wordt besloten tot emissie van nieuwe aandelen A. Dit stelt Altice in staat kapitaal aan te trekken, zonder dat Drahi zijn overwegende zeggenschap in de algemene vergadering verliest. Deze zeggenschap betekent overigens niet dat Drahi onverkort zijn eigen belang kan behartigen door het uitbrengen van zijn stem in de algemene vergadering, hij zal ook de belangen van de overige stakeholders in acht moeten nemen.
4. Intermezzo: Dual class shares in het Nederlandse recht
4.1 One share, one vote
Een van de uitgangspunten in ons vennootschapsrecht is het evenwicht van de verschillende kenmerken van het aandeel. Het uitgangspunt, dat bekend staat als one share, one vote houdt in dat de nominale waarde van een aandeel gelijk is aan het aantal stemrechten dat aan het aandeel verbonden is.[19] Voornoemd uitgangspunt heeft zijn weg in Boek 2 BW gevonden, zij het dat art. 2:92 lid 1 BW de mogelijkheid opent om bij statuten van het uitgangspunt af te wijken. Altice heeft hier geen gebruik van gemaakt, zoals hierboven bleek loopt immers de nominale waarde van de aandelen A en de aandelen B uiteen. Het verschil in stemrecht wordt dus gerechtvaardigd door een verschillende nominale waarde van de aandelen.
Art. 2:92 lid 2 BW bepaalt voorts dat aandeelhouders in gelijke omstandigheden op gelijke wijze moeten worden behandeld. Dit gebod wordt in een dual class aandelenstructuur omzeild, een houder van een andere klasse aandelen bevindt zich immers niet in gelijke omstandigheden.
Zonder een wettelijke regeling die aan deze dual class aandelenstructuur perken stelt, lijkt dit mij inderdaad mogelijk. Of het gebruik van een dual class structuur wenselijk is voor de verhoudingen binnen de onderneming, is een heel ander verhaal. In de literatuur zijn hierover de meningen verdeeld.[20] Ook in het buitenland woedt een discussie over het beperken van de mogelijkheid om een dual class structuur te hanteren.[21]
4.2 De flexibiliteit van ons vennootschapsrecht
Tot op heden heeft de dual class structuur in Nederland geen grote vlucht genomen.[22] Een andere aandelenstructuur die wordt gebruikt om grootaandeelhouders steviger in het zadel te krijgen, het loyaliteitsstemrecht, lijkt iets populairder.[23] Opvallend is dat vooral ondernemingen waarvan de rechtsvorm de voornaamste (zo niet enige) band met Nederland is, van de dual class structuur of het loyaliteitsstemrecht gebruik maken. Deze ondernemingen kiezen (onder andere) voor Nederland vanwege het flexibele vennootschapsrecht, wat blijkbaar een belangrijk onderdeel van het vestigingsklimaat is.
Dat vestigingsklimaat belangrijk is, laat de discussie over het al dan niet afschaffen van de dividendbelasting maar weer eens zien.[24] De vrijheid om een onderneming naar eigen behoefte in te richten is in mijn ogen een sterke beweegreden om voor een bepaalde jurisdictie te kiezen.[25] Flexibiliteit is daarom wenselijk, maar een zekere waarborg om excessen te voorkomen lijkt in mijn ogen op zijn plaats. Excessen zullen een land minder aantrekkelijk maken voor beleggers. Voor hen zal immers duidelijk zijn dat ze beperkt de mogelijkheid hebben om invloed uit te oefenen in de onderneming waarin zij investeren. Dit maakt het voor hen moeilijker om controle uit te oefenen op hun investering, door gebruik te maken van hun aandeelhoudersrechten. Tot op heden hebben niet veel jurisdicties de dual class structuur wettelijk geregeld en daarmee het risico op excessen gemitigeerd.[26] Deregulering en versoepeling van regels om ondernemingen aan te trekken lijkt eerder de trend te zijn.[27] De discussie over het faciliteren van macht van de grootaandeelhouder door het uitgeven van verschillende aandelen woedt in Nederland al enige tijd.[28] Het is afwachten of de Nederlandse wetgever in de toekomst regelgeving zal introduceren die de positie van aandeelhouders in beursvennootschappen met een controlerend aandeelhouder versterkt door een kader te stellen voor ter beurze toegestane aandeelstructuren. De Nota vernieuwing ondernemingsrecht doet dit in ieder geval niet vermoeden.[29]
5. Bindende voordrachten
5.1 “Voordragende aandeelhouder”
Terug naar Altice. De statuten van Altice[30] kennen veel bevoegdheden toe aan de “voordragende aandeelhouder”. Blijkens art. 1.1 van de Statuten is de voordragende aandeelhouder Next Alt, de entiteit waarin Drahi een controlerend belang heeft. Aan de voordragende aandeelhouder zijn bij de Statuten de volgende bevoegdheden toegekend:
Bepaling | Bevoegdheid |
Art. 16.3 | Bindende voordracht voor benoeming uitvoerend bestuurders |
Art. 17.3 | Voorstel tot ontslag of schorsing bestuurders met gewone meerderheid |
Art. 33; 34.1 | Bijeenroepen van de algemene vergadering van aandeelhouders |
Art. 41.3 | Vetorecht ten aanzien van wijziging in rechten voordragende aandeelhouder |
Het gaat het bestek van deze bijdrage te buiten om ieder van deze bevoegdheden in detail te bespreken. Hieronder beperk ik mij daarom tot een korte beschouwing van de bepaling gegeven in art. 16.3 van de Statuten, voor deze bijdrage het meest relevant. Art. 16.3 van de Statuten houdt het recht op het doen van een bindende voordracht voor benoeming van uitvoerend bestuurders in de one-tier board in.
5.2 Bindende voordracht
Art. 2:133 lid 1 BW bepaalt dat voor de benoeming van bestuurders een bindende voordracht kan worden opgemaakt door een daartoe bij de statuten als bevoegd aangewezen orgaan. Zoals de naam ‘voordragende aandeelhouder’ al doet vermoeden, is Next Alt bevoegd tot het opmaken van de bindende voordracht ten aanzien van de uitvoerend bestuurders van Altice. Deze bevoegdheid verzekert Next Alt en daarmee Drahi van directe invloed op de samenstelling van de board.
Het bindende karakter kan volgens de wet altijd aan de voordracht worden ontnomen indien een versterkte meerderheid, vertegenwoordigende de helft van het geplaatste kapitaal, daartoe besluit. In de Corporate Governance Code is als best practice opgenomen dat deze meerderheid slechts een gewone meerderheid, vertegenwoordigende een derde van het geplaatste kapitaal, is. Altice wijkt op dit punt af van de Code, door aan te sluiten bij de wettelijke drempel voor doorbreking. In het comply or explain statement[31] is deze afwijking als volgt ‘uitgelegd’:
“Altice does not entirely comply with this provision. The general meeting may overrule the binding nomination by a resolution adopted by a majority of at least two thirds of the votes cast representing more than half of the issued capital.”
Een vrij summiere uitleg dus. Maar goed, nu het stemrecht van Drahi 63,89% bedraagt, maakt het feitelijk niet uit of de drempel nu twee derde of de helft is. Tot een doorbreking zal het niet komen.
5.3 Herleven bindende voordracht
In het (theoretische) geval dat het bindende karakter toch aan een voordracht wordt ontnomen, heeft Drahi nog een stok achter de deur. Deze ‘stok’ vinden wij in art. 16.3 van de Statuten, waarin is bepaald:
“Indien de algemene vergadering het bindend karakter aan een voordracht ontneemt, maakt de voordragende aandeelhouder een nieuwe bindende voordracht op.”
Wijst een twee derde meerderheid van de algemene vergadering de voordracht af, dan kan Next Alt een nieuwe voordracht opmaken. Het spel begint dan opnieuw. Het bevreemdt dat in Boek 2 BW over het herleven van de bindende voordracht niets is opgenomen. In de literatuur lijkt men aan te nemen dat het onbeperkt herleven van de bindende voordracht in strijd is met de strekking van art. 2:133 lid 2 BW en de algemene beginselen van corporate governance.[32] Nu echter geen wettelijke bepaling het herleven van de bevoegdheid tot het doen van een bindende voordracht uitdrukkelijk verbiedt, is het opnemen van een bepaling die strekt tot herleving in de statuten wel mogelijk. Ook de parlementaire geschiedenis lijkt erop te wijzen dat het herleven van de bevoegdheid onverkort mogelijk is.[33]
Zoals onder 5 is gebleken, is ook de macht van Drahi ten aanzien van de samenstelling van het bestuur groot, nu hij feitelijk bepaalt welke functionarissen benoemd worden. Zoals hierboven reeds kort werd aangestipt, heeft Drahi onlangs gebruik gemaakt van zijn bevoegdheid tot het opmaken van een bindende voordracht. Als gevolg van deze voordracht is Drahi ‘president van het bestuur’ geworden.[34]
6. Conclusie
Altice heeft bij het inrichten van haar structuur optimaal gebruik gemaakt van de mogelijkheden die het Nederlandse vennootschapsrecht biedt. Zijn overwegende zeggenschap in de algemene vergadering, zijn invloed op de benoeming van bestuurders en zijn rol als ‘president van het bestuur’ stelt de oprichter, Patrick Drahi, in staat om grotendeels eigenhandig te bepalen welke koers Altice vaart. De agressieve manier van financieren die Altice kenmerkt en de beperkte invloed van de kapitaalverschaffers in de algemene vergadering hebben in de afgelopen maanden gezorgd voor een sterke daling van de beurskoers.
De beperkte invloed van kapitaalverschaffers die ik hierboven noemde is overwegend een gevolg van het feit dat Altice meerdere soorten aandelen met verschillende stemrechten kent. De toelaatbaarheid van deze dual class structuur lijkt het gevolg te zijn van de wens om het Nederlandse vennootschapsrecht flexibel te houden en daarmee de aantrekkelijkheid van Nederland als vestigingsland te garanderen. In mijn ogen kunnen echter vraagtekens worden geplaatst bij de wenselijkheid van deze structuur. Wordt de macht van kapitaalverschaffers op deze manier niet te sterk beperkt? Is er iemand die Drahi tegengeluid kan geven?[35] Vragen waarop tot op heden geen eenduidige antwoorden worden gegeven. Het is interessant om te zien of het vertrouwen van de belegger hersteld kan worden, of dat de afstraffing van Altice op de beurs zal aanhouden. Eén ding is zeker: Altice heeft een hoop werk voor de boeg.
7. ANNEX I – Belang Drahi in Altice
Aantal aandelen | Aantal stemmen | |
Aandelen A | 340.226.447,00 | 365.954.759,00[36] |
Aandelen B | 167.660.043,00 | 4.373.460.050,00 |
Personeelsoptie[37] | 40.619.468,00 | 64.907.212,00 |
Aandelen A[38] | 81.238.465,00 | 81.238.465,00 |
Personeelsoptie[39] | 755.287,00 | 755.287,00 |
Procentueel | ||
Kapitaalbelang | 60,85% | |
Stembelang | 63,89% |
Deze tabel is gebaseerd op Drahi’s melding in het AFM-register “Substantiële deelnemingen en bruto shortposities” van 13 oktober jongstleden.
[1] De omzet van Altice bedroeg in 2010, zo blijkt uit het jaarverslag, EUR 167 mio. In 2016 bedroeg de omzet EUR 20.756 mio.
[2] Altice nam in 2015 een meerderheidsbelang in Suddenlink Communications. In 2016 nam zij Cablevision Systems Corporation over. Suddenlink en Cablevision samen vormen Altice USA.
[3] Zie voor de verklaring over de samenwerking met Netflix dit persbericht.
[4] Altice hits a three-year low after broker downgrades, The Financial Times 14 november 2017; Plots staan er vraagtekens bij de Altice-methode, Het Financieele Dagblad 15 november 2017; Dennis Okhuijsen moet vertrouwen beleggers in Altice terugwinnen, Het Financieele Dagblad 21 november 2017.
[5] Altice is verder actief in België, de Dominicaanse Republiek, Israël, Luxemburg, Portugal en de Franse overzeese gebieden, zo blijkt uit het jaarverslag van 2016.
[6] Zie bijvoorbeeld: Altice hits a three-year low after broker downgrades, The Financial Times 14 november 2017; Scherper aan de wind, Het Financieele Dagblad 29 augustus 2017.
[7] Zie: Altice, Press release: Founder- and Owner-Operated Altice Operational Management and Governance, 9 november 2017, hier te raadplegen; Altice-oprichter Drahi gaat zelf de band met beleggers proberen te herstellen, Het Financieele Dagblad 10 november 2017
[8] Altice S.A. was een vennootschap opgericht naar het recht van het Groothertogdom Luxemburg. S.A. staat voor Société Anonyme.
[9] Zie het fusievoorstel, p. 5-6. Het fusievoorstel is hier te raadplegen.
[10] Zie voor de ruilverhouding het fusievoorstel, p. 8. Het fusievoorstel is hier te raadplegen.
[11] De statuten van Altice zijn hier te raadplegen.
[12] Voor de preferente aandelen A is een call-optie verleend aan de nominating shareholder. De optie kan worden gelicht indien een aandeelhouder – anders dan de “voordragende aandeelhouder” – een belang van 20% in de aandelen A opbouwt. Zie Altice jaarverslag 2016, p. 80, hier te raadplegen. Misschien ook verwijzen naar paragraaf 5.1 voor uitleg over de voordragende aandeelhouder?
[13] Next Alt is een vennootschap opgericht naar het recht van het Groothertogdom Luxemburg. S.à r.l. staat voor société à responsabilité limitée.
[14] Zie art. 30.10 van de Statuten.
[15] 13.726.585 aandelen A tegenover 950.562 aandelen B. Ik vertrouw hier op de website van Euronext.
[16] Art. 14.1 van de statuten bepalen hierover het volgende: “Een houder van gewone aandelen B kan te allen tijde schriftelijk op de wijze als bepaald door het bestuur een verzoek (conversieverzoek) doen aan het bestuur tot conversie van één of meer van zijn gewone aandelen B in gewone aandelen A in de verhouding van vijfentwintig (25) gewone aandelen A voor één (1) gewoon aandeel B.”
[17] Zie Annex I voor een inzicht in het belang van Drahi, gebaseerd op zijn melding in het AFM-register “Substantiële deelnemingen en bruto shortposities” van 14 oktober jongstleden.
[18] Zie in dit verband noot 10. De mogelijkheid tot het uitbouwen van het belang lijkt ook R. Abma in: Kroniek van het seizoen van jaarlijkse algemene vergaderingen 2015, Ondernemingsrecht 2015/105 en R. Abma, De uitwassen van ons flexibele vennootschapsrecht, Ondernemingsrecht 2015/87 aan te nemen.
[19] Zie voor een historische beschouwing over dit beginsel Asser/Kroeze 2-I* 2015/282.
[20] Zie bijvoorbeeld R. Abma, De uitwassen van ons flexibele vennootschapsrecht, Ondernemingsrecht 2015/87; M.W. den Boogert, Eumedion ziet spoken rond Nederlandse NV-norm, Het Financieele Dagblad 13 juli 2015.
[21] Zie bijvoorbeeld: Andrea Tan & Benjamin Robertson, Why Investors Are Fretting Over Dual-Class Shares, Bloomberg 10 juli 2017, hier te raadplegen; Dual-class shares should build in expiration plan, The Financial Times 16 oktober 2017.
[22] Enige jaren geleden hadden KPNQWest NV en Benckiser NV reeds een dual class structuur, zie: H.M. Parson, High/Low Voting Stock bij beursvennootschappen, V&O 2000/2. p. 29-32. Zie voor bijvoorbeeld de Verenigde Staten het overzicht van de Council of Institutional Investors, waaruit blijkt dat een dual class structuur in deze jurisdictie een vrij ingeburgerde manier is om een onderneming in te richten.
[23] Voorbeelden van NV’s met een regeling van loyaliteitsstemrecht zijn Fiat NV en Exor NV.
[24] Zie voor een riant aantal artikelen: NRC Handelsblad en Het Financieele Dagblad.
[25] Het Van der Heijden Instituut wijdde hier in 2015 zelfs een heel congres aan, met de titel: ‘Nederland, het Delaware van Europa?’. Delaware heeft van alle staten van de Verenigde Staten van Amerika het meest flexibele vennootschapsrecht. De bijdragen op het congres zijn terug te lezen in: G. van Solinge e.a., Nederland, het Delaware van Europa? (Serie vanwege het Van der Heijden Instituut, deel 135), Deventer: Wolters Kluwer 2016.
[26] Wel weren bepaalde beurzen aandelen met verschillende klassen uit hun indices. Voorbeelden hiervan zijn de beurzen van Londen, Hong Kong en Singapore. Zie: Andrea Tan & Benjamin Robertson, Dual-Class Shares Are Coming Under Fire – Again, Bloomberg 28 september 2017, hier te raadplegen.
[27] Zo laten bijvoorbeeld de Britse pogingen om Saudi Aramco naar de London Stock Exchange te halen wel zien. Zie: Beurzen vechten om notering Saudi Aramco, Het Financieele Dagblad 3 augustus 2017.
[28] VEUO/VNO-NCW, VEUO/VNO-NCW visie ten behoeve van aangekondigde nota herziening ondernemingsrecht, hier te raadplegen; Eumedion, Nota vernieuwing ondernemingsrecht, hier te raadplegen; Eumedion, Position Paper d.d. 28 juni 2016 Positie minderheidsaandeelhouders in ondernemingen met een controlerend aandeelhouder, hier te raadplegen; Juridisch walhalla pakt slecht uit voor beleggingsklimaat in Nederland, Het Financieele Dagblad 25 oktober 2016.
[29] Kamerstukken II 2015/16, 29752, nr. 9, p. 18 e.v., hier te raadplegen.
[31] Altice jaarverslag 2016, p. 72, hier te raadplegen.
[32] R. Abma e.a., De AVA van beursvennootschappen (R&P nr. ONR9) 2017/2.2; Van der Heijden/Dortmond, Handboek NV/BV, Deventer: Kluwer 2013, p. 540; P.R. Schut & M.D.P. Anker, Statutaire regels bij doorbreking voordrachten wenselijk!, Ondernemingsrecht 2003, p. 270. Zie ook C.J.C. de Brauw, Twee verschillende juridische regimes NV’s met beursnotering, in: G. van Solinge e.a., Nederland, het Delaware van Europa? (Serie vanwege het Van der Heijden Instituut, deel 135), Deventer: Wolters Kluwer 2016, p. 79. De Brauw noemt het herleven van de bindende voordracht als toegestane beschermingsmaatregel.
[33] Kamerstukken II 2008/09, 31763, nr. 3 (MvT), p. 18.
[34] Altice, Press release: Founder- and Owner-Operated Altice Operational Management and Governance, 9 november 2017, hier te raadplegen; Altice-oprichter Drahi gaat zelf de band met beleggers proberen te herstellen, Het Financieele Dagblad 10 november 2017.
[35] “Countervailing power” in de woorden van Bernard Wientjes. Zie: B. Wientjes, Ondernemerschap tussen markt en maatschappij, in: B.T. Veenstra en F.F.L. van der Linden van Sprankhuizen (red.), Cracking the Corporate Governance Code (Symposiumbundel NSO Eques 2017), p. 25, hier te raadplegen.
[36] Hoewel een aandeel A voor 1 stem zorgt, verschilt het aantal stemmen dat Drahi ontleent aan zijn aandelen A van het aandeel aandelen A dat hij bezit. Dit komt door verschillende stemovereenkomsten die Drahi heeft gesloten met de overige leden van het bestuur. Zij stemmen met Drahi mee.
[37] Dit belang betreft een potentieel aandelenbelang dat Drahi middellijk toekomt via Next Alt en een stemovereenkomst.
[38] Dit belang betreft een potentieel aandelenbelang dat Drahi middellijk toekomt via Next Alt.
[39] Dit belang betreft een potentieel aandelenbelang dat Drahi persoonlijk toekomt.